MENTALE REKENKUNDE
Mentale rekenkunde is een programma dat speciaal is ontwikkeld voor kinderen uit de leeftijdscategorie 4 tot 14 jaar. Deze leerdiscipline bestaat al 4500 jaar. Binnen het programma worden persoonlijke mentale functies intensief getraind. Daarbij kan je denken aan geheugenretentie, snelle verwerking, conceptontwikkeling en praktische oplossingen.
Switch naar concreet denken
Omdat onze kinderen vaak denken in abstracte concepten, is het moeilijk om blijvende en parate kennis over te nemen van vakken zoals wiskunde, wetenschapslessen, filosofische termen en formules. Juist deze situatie heeft veel invloed op het moraal van een kind en zijn / haar gevoelens, omdat de succesgrafiek en het potentieel van het kind niet volledig worden benut, waardoor een kind onzeker blijft over iets waar die onvoldoende basiskennis van heeft, zoals bijvoorbeeld wiskunde of formules.
Twee hersenhelften tegelijk geactiveerd
Binnen Sormen’s mentale rekenkundige educatie worden de rechter & linker hersenlabber tegelijkertijd geactiveeerd om een aandeel te hebben in specifieke leeractiviteiten, waardoor kinderen worden uitgedaagd om in abstracte concepten én vakkundige concepten te leren denken. Zo krijgen kinderen een reële kans om hun volledige potentieel te behalen en beide hersenhelften evenveel te ontwikkelen.
Het succesvol opleiden van studenten die slimmer, meer praktisch, meer attent, zelfverzekerd en zonder concentratieproblemen kunnen leven is makkelijk en snel te bereiken. Door zowel het rechter- als linkerbreinbeen parallel te laten functioneren kunnen beide kanten zich op hetzelfde niveau ontwikkelen.
Oog voor aandacht en concentratie
door de rechter- en linkerhand beide te gebruiken, kunnen de rechter- en linker hersenhelft op dezelfde manier bediend worden om de algehele capaciteit te vergroten. Het gaat daarbij bijvoorbeeld niet om losse getallen of cijfers, maar eerder om concrete objecten (kralen) in plaats van denken in abstracte concepten (formules). Naarmate het onderwijs vordert, verlaat de student het abacus en begint hij met een abacus dat hij in zijn gedachten heeft gecreëerd. Aangezien zowel visuele intelligentie als geheugen actief worden gebruikt in dit proces, ontwikkelen het geheugen en de visuele intelligentie zich. Aandacht en concentratie zullen daardoor verhogen. Naarmate de student de vragen met de snelheid van het brein op kan lossen, wordt het zelfvertrouwen en het gevoel (drijfveer) van presteren groter.